Jus
“Bid voor ons zondaars, nu en in het uur, amen.” Ze struikelde over de woorden die ze iedere dag een beetje meer afraffelde. Het weesgegroet had voor haar geen betekenis meer maar was een automatisme voor iedere maaltijd. Hetzelfde gold voor het Onze Vader, iedere avond voor het slapen gaan. Haar vader keek haar fronsend aan. “Volgende keer alle woorden, anders geen jus.” Zijn stem hoefde niet bars te zijn want zijn woorden waren het al. Ze leek op hem, zei iedereen. Dezelfde…