Met mijn rug naar de belofte en mijn hoofd geheven trotseer ik de snijdende wind regenvlagen striemen mijn gezicht mijn ogen tranen In de druppels de reflectie van vervormd ontluikend groen ik hoef alleen maar uit het raam te klimmen om vrij te zijn de dorre wintertuin van het nu ben ik ontgroeid ik voel de zon mijn gezicht ontdooien mijn voeten stevig op vruchtbare aarde Met grote veerkrachtige passen begeef ik me op dit onbekende terrein de wind aangenaam in mijn rug mijn ogen tranen
Uit: Oppervlaktespanning (2016)